Verzoek in hoger beroep om herstel van bedrag gefixeerde schadevergoeding in verband met vergissing in berekening van de opzegtermijn niet in strijd met goede procesorde.

Werkgever wordt bij verstek veroordeeld tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging, opgebouwde vakantietoeslag, openstaande vakantiedagen en de transitievergoeding.

Werknemer is vergoeding wegens onregelmatige opzegging verschuldigd, nu hij de arbeidsovereenkomst (zonder tussentijds opzegbeding) per direct heeft opgezegd en geen sprake is van een dringende reden ex artikel 7:677 BW.

Werknemer neemt bij opzegging opzegtermijn van een maand niet in acht. Nieuw werk en het door werkgever niet toekennen van vakantie leveren geen dringende reden op voor onverwijld ontslag door de werknemer. Gefixeerde schadevergoeding aan werkgever toegewezen.

Vordering tot gefixeerde schadevergoeding afgewezen, aangezien werkgeefster heeft ingestemd met eerdere beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Discussie over opzegging arbeidsovereenkomst door werknemer en de te hanteren opzegtermijn. Sprake van overgang van onderneming en rechtsvermoeden van arbeidsomvang aangenomen, op grond waarvan vorderingen omtrent achterstallig salaris zijn toegewezen. Het tijdens deze discussie gegeven ontslag op staande voet is onterecht vanwege geheel ontbreken van een dringende reden. Transitievergoeding en gefixeerde schadevergoeding toegewezen.

Werkgeefster kan geen beroep doen op ontbindende voorwaarde in arbeidsovereenkomst. Zij heeft de vervulling van die voorwaarde – eindigen arbeidsovereenkomst wegens intrekken Schipholpas – op oneigenlijke wijze in de hand gewerkt en is ruim € 70.000 aan ontslagvergoedingen verschuldigd.

Wegens sluiting winkel in de Markthal zegt werkgeefster de arbeidsovereenkomst van werkneemster per direct op. Kantonrechter kent een billijke vergoeding toe van € 3.400 bruto, inclusief transitievergoeding en vergoeding wegens onregelmatige opzegging.

Verzoek tot gefixeerde schadevergoeding afgewezen. In separate procedure is reeds geoordeeld dat ontslag op staande voet onterecht was gegeven.

Opzegging ‘per’ de eerste dag van de maand betekent dat de arbeidsovereenkomst eindigt aan het einde van de laatste dag van de voorafgaande maand. Uitleg vervaltermijn ex artikel 7:686a lid 4 onder b BW en gelijkwaardige voorziening in de zin van artikel 7:673b BW.