Kort geding. Uitleg relatiebeding uit vaststellingsovereenkomst (VSO) tussen werknemer en voormalig werkgever. De voormalig en nieuwe werkgever zijn beide uitzendbureaus. Voormalig werkgever wordt (grotendeels) in het gelijk gesteld.

Kort geding. Schorsing concurrentiebeding. Werkgever heeft onvoldoende onderbouwd dat hij belang heeft bij non-concurrentiebeding.

Kort geding. Overtreding van het overname- en relatiebeding, waaraan werknemer in beginsel is gebonden. Indiensttreding bij concurrerende detacheerder. Vorderingen werknemer afgewezen.

Uitleg relatiebeding. Werkneemster heeft relatiebeding niet overtreden door in dienst te treden bij een klant van werkgeefster.

Werknemer is niet gebonden aan concurrentiebeding nu dit beding is opgenomen in een tijdelijke arbeidsovereenkomst en geen motivering kent. Ook is geen sprake van onrechtmatige concurrentie of schending van geheimhoudingsbeding.

Voorzieningenrechter heeft schorsing van concurrentie- en relatiebeding toegewezen. Werkgeefster verzoekt vernietiging van het vonnis. Schorsing blijft in stand.

Overtreding concurrentiebeding, relatiebeding en geheimhoudingsbeding zoals vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Matiging boete.

Voormalig werknemer moet een boete van ruim € 15.000 betalen wegens schending van een geheimhoudingsbeding en een beding over bedrijfseigendommen door een bestand met bedrijfsgegevens naar zijn privé-e-mail adres te sturen.

Beroep op schorsing relatiebeding na vaststellingsovereenkomst in verband met onvoorziene omstandigheden (art. 6:258 BW) gaat niet op. Een omstandigheid is onvoorzien indien deze niet in de vaststellingsovereenkomst is verdisconteerd.

Belangenafweging in het kader van de belangenafweging valt uit in het voordeel van werkgever. Vordering tot schorsing van het concurrentiebeding wordt afgewezen.